Omschrijving

Landschap

Eten en drinken

Bagage en kleding

Algemeen

Omschrijving


Madagaskar heeft een oppervlakte van 592.000 km² (15 maal Nederland en 19 maal België) en telt ruim 18 miljoen mensen waarvan de helft jonger dan twintig jaar is. De natuurlijke bevolkingsgroei ligt op 2,5 procent en hoort tot de hoogste in Afrika. Madagaskar’s economie is bijna volledig gebaseerd op de landbouw, waarvan de opbrengst zowel voor eigen gebruik als voor exportdoeleinden dient. Rijst is het belangrijkste landbouwproduct en de economische situatie hangt voor een belangrijk deel af van hoe de rijstoogst is. Er is een kleine industriële sector (textiel en kleding) die zich sterk ontwikkelt. Het land hoort tot de tien armste landen van de wereld. Een klein gedeelte (een tot twee procent) van de bevolking bezit negentig procent van het vermogen. Een middenklasse van enige betekenis bestaat er nauwelijks, in de steden is die wel langzaam in opkomst. Zeventig procent van de bevolking leeft op het platteland; het merendeel daarvan leeft beneden de armoedegrens. 

Ongeveer vijftienhonderd jaar geleden kwamen de eerste mensen naar Madagaskar. De voorouders van de meerderheid van de bevolking komt uit Indonesië, Malakka en Melanesië. Later kwamen immigranten uit Azië, Afrika en Arabië. De Vazimba waren de eerste immigranten van Madagaskar. Ze zijn helemaal verdwenen en opgenomen in latere immigrantengroepen. De graven van de Vazimba zijn tegenwoordig pelgrimsoorden waar mensen de goden om een gunst en genezing vragen. 

Er zijn achttien erkende bevolkingsgroepen: Antaifasy, Antaimoro, Antaisaka, Antakarana, Antambahoaka, Antandroy, Antanosy, Bara, Betsileo, Betsimisaraka, Bezanozano, Mahafaly, Merina, Sakalava, Sihanaka, Tanala, Tsimihety en Zafisomo. Iedere bevolkingsgroep hecht zeer veel waarde aan het behoud van haar eigen cultuur. En dat is niet altijd zonder de nodige conflicten verlopen. De kustbewoners, de Côtiers, bijvoorbeeld voelen zich door de Merina, de mensen van de hoogvlakte die afstammen van de Indonesisch-Maleisisch immigranten, onderdrukt. Ze zijn in hun ogen rijker, beter opgeleid en hebben samen met de Betsileo de politiek in handen. De spanningen tussen beide groeperingen loopt regelmatig hoog op. 

Hoewel de bewoners van de grote steden steeds meer kiezen voor een westerse levensstijl, leven de meeste mensen op het platteland nog volgens oude tradities en rituelen. De familie staat centraal. Ouderen dien je te gehoorzamen en te respecteren. Overgrootouders, grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen wonen samen in een huis. De kinderen worden gezamenlijk opgevoed. Trouwen doe je meestal met iemand van dezelfde bevolkingsgroep. Zo zal een Bara (veehouder) niet trouwen met een Merina (landbouwer) maar er zijn ook bevolkingsgroepen die wel met elkaar trouwen.Jonge mannen die op zoek zijn naar een vrouw herken je aan de kam in hun haren. Een bruidsschat bestaat niet maar als cadeau wordt er vaak een zebu (bultrund) gegeven. De vrouw trekt in bij de man en wordt na haar dood begraven in zijn familiegraf.